Lyon (Frankrijk) - Verspreidingsrisico BTEX bepaald door multi-level metingen

Highlights

  • Risicobepaling op oude industriële brownfield site
  • Fluxmetingen op verschillende dieptes maakt ondergrondse dynamieken zichtbaar
  • Actieve bronzone heeft meer invloed dan doorlatendheid van de bodemlagen

Situatie

BTEX verontreiniging

Bron: Petroleum/Olie Industrie

Partner: Ineris

Locatie: Lyon, Frankrijk

De bodem op deze brownfield locatie was verontreinigd met BTEX door de activiteiten van een oliemaatschappij. Ineris, een semi-private instelling die industriële risico's onderzoekt, nam grondwaterstalen om de verontreiniging te meten. 

De site, nabij Lyon, bevond zich in de buurt van de Saône. Het was niet duidelijk of de verontreiniging richting deze rivier bewoog. Daarom was het des te belangrijker om het verspreidingsrisico van de verontreiniging richting de Saône in kaart te brengen. 

Sampling

Op de site, van ongeveer 2 hectare, werden vijf samplers geïnstalleerd. Deze samplers bestonden uit zowel waterflux- als massaflux cartridges en werden op verschillende diepten geïnstalleerd in een peilbuis met een lange filtering (van 8 tot 16 m-bgl). 

Omdat er een hoge grondwaterflux verwacht werd, maar relatief lage concentraties werden de waterflux cartridges voor 20 dagen blootgesteld en de massaflux cartridges voor een langere periode van 112 dagen. Ze zijn geïnstalleerd op een diepte tussen 11 en 15,3 meter (bgl). 

De massaflux cartridges werden geanalyseerd op BTEX (Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen en Xyleen).

"Door traditionele metingen te combineren met de iFLUX data kregen we nieuwe inzichten in het verspreidingsrisico van BTEX op deze brownfield site "

Challenges

Hoe de dynamiek van de verontreiniging bepalen:

  • Stratificatie van de contaminanten massaflux?
  • Stratificatie van de stromingssnelheid?
  • Verspreidingsrisico van de verontreiniging naar de Saône?

Solutions

iFLUX geeft inzicht in de ondergrondse beweging van verontreiniging:

  • Door de samplers onder elkaar op verschillende diepten in dezelfde peilbuis te installeren is stratificatie mogelijk
  • Waterfluxen en massafluxen geven een antwoord op de vraag of en hoe de verontreiniging zich verspreidt
  • Massafluxen wijzen op verspreidingsrisico richting rivier

Resultaat

Eerdere grondwateranalyses toonden relatief lage BTEX-concentraties. Dit kwam wellicht door verdunning in de peilbuizen met lange filters. De eerdere grondwateranalyses gaven enkel gemiddelde concentraties weer overheen de verschillende bodemlagen langs de peilbuis. Uit de resultaten van de Darcy-fluxmetingen blijkt dat de maximale grondwaterflux werd gevonden op een diepte van 11,16 m-ns. Deze bedroeg 81cm³/cm²/dag. Anderzijds, bleek uit de resultaten van de massafluxmetingen dat de hoogste fluxen werden waargenomen bij 14,16m-ns voor alle gemeten contaminanten. 

Zoals blijkt uit de stratificatie van de massafluxen in de grafiek, is de veronderstelling dat de grootste verspreiding van polluenten plaatsvindt in de meest doorlaatbare lagen niet correct.

In dit geval waren de iFLUX samplers in staat een diepe actieve bronzone te detecteren en te identificeren.

Op geringe diepte werden relatief hoge massafluxen gemeten in vergelijking met de twee onderliggende metingen. Dit wijst op de activiteit van een resterende maar nog steeds actieve ondiepe bron.

Door conventionele bemonsteringsgegevens te combineren met fluxresultaten werden alternatieve interpretaties met betrekking tot de dynamiek en gelaagdheid van de verontreiniging mogelijk gemaakt. Op basis van deze gegevens werd het grondwatermodel, dat wordt gebruikt om het risico van verspreiding van de verontreiniging naar de Saône te beoordelen, bijgesteld.